Het verhaal is in chronologische volgorde geschreven en speelt tussen 1920 en 1950. Plaatsen Amsterdam, Rotterdam, Bloemendaal, Berlijn, Essen en Barcelona. De personages bestaan uit twee families. De familie Heeren en de familie Janse.

Izaak Heeren, accountant, komt uit een welgestelde, gereformeerde familie. Zijn vader, fanatieke ARP aanhanger, werkt bij de Associatie Cassa en verhuist met zijn gezin van de Singel in Amsterdam naar Overveen en later naar Bloemendaal. Zijn moeder komt uit een rijke familie van Koopvaardijschippers bij VOC en WIC. 

Johanna (Annie) is toneelspeelster, dochter van Loekie en Dirk Janse, toneelspeler en schrijver. Haar vader is fanatiek aanhanger van de ASDP. Het toneel zorgt voor onregelmatige, niet altijd voldoende inkomsten. 

De familieleden van Izaak spelen ook een rol in het boek. Zijn ouders, twee broers en een zus. De familie van Johanna bestaat uit: Haar moeder Loekie, vader Dirk en broer Leendert. Johanna en haar broer spelen toneel in de gezelschappen van Dirk. Hij speelt een grote  rol in het verhaal.

Izaak en Annie worden verliefd in 1920, De Grote Oorlog is voorbij en het zijn de Roaring Twenties.